Vrijstellingen overdrachtsbelasting verruimd

De vrijstelling van overdrachtsbelasting is iets verruimd bij een interne reorganisatie in concernverband, bij de inbreng van een onderneming in een vennootschap zonder in aandelen verdeeld kapitaal en bij de inbreng van een windturbineonderneming in een nv of bv.

Voor elke afzonderlijke verruiming gelden een of meer voorwaarden. Deze verruimingen staan in een besluit dat op 25 oktober 2012 is gepubliceerd.

Interne reorganisatie in concernverband

De vrijstelling van overdrachtsbelasting bij een interne reorganisatie is onder andere ook van toepassing als een of meer onroerende zaken binnen een concern naar de moedermaatschappij zijn overgebracht en de overdragende dochtermaatschappij binnen drie jaren na de reorganisatie (hierna: driejaarstermijn) verdwijnt door een juridische fusie met de moedermaatschappij of door een ontbinding en liquidatie. Daarbij geldt als voorwaarde dat de moedermaatschappij de resterende periode van eerdergenoemde driejaarstermijn blijft bestaan.

Inbreng van een onderneming

De vrijstelling van overdrachtsbelasting bij inbreng van een onderneming in een vennootschap zonder in aandelen verdeeld kapitaal geldt ook als de inbreng van het ondernemingsvermogen plaatsvindt deels tegen de waarde in het economische verkeer en deels onder voorbehoud van stille reserves.

Vrijstelling bij inbreng windturbineonderneming in nv of bv

De vrijstelling van overdrachtsbelasting geldt ook bij de inbreng van een windturbineonderneming in een nv of bv zonder de ondergrond, die tot een andere onderneming van de inbrenger behoort. Voor de vrijstelling geldt wel als voorwaarde dat de windturbine een afzonderlijke onderneming vormt en alle overige met die onderneming samenhangende activa en passiva deel uit maken van de inbreng. De vrijstelling geldt ook als bij de inbreng ten behoeve van de nv of bv een recht van opstal op de ondergrond wordt gevestigd.

Het besluit is op 26 oktober 2012 in werking getreden en vervangt per dezelfde datum het vorige besluit van 27 september 2010.

Bron: Ministerie van Financiën, 16-10-2012, nr. BLKB/2012/611M (gepubliceerd 25-10-2012).